Waar zijn je schoenen van gemaakt? Van leer? Zijn het leren schoenen? Of van katoen? Zijn het katoenen schoenen?
Mijn schoenen zijn gemaakt van linnen. Het zijn linnen schoenen.
(What are your shoes made of? Of leather? Are they leather shoes? Or of cotton? Are they cotton shoes?
My shoes are made of linen. They are linen shoes.)
When the material is used as an adjective, it gets the suffix "en". There are however exceptions, like "linnen".
Other examples:
De gouden ketting. (van goud)
De houten tafel. (van hout)
Het metalen bord. (van metaal)
Mijn schoenen zijn gemaakt van linnen. Het zijn linnen schoenen.
(What are your shoes made of? Of leather? Are they leather shoes? Or of cotton? Are they cotton shoes?
My shoes are made of linen. They are linen shoes.)
When the material is used as an adjective, it gets the suffix "en". There are however exceptions, like "linnen".
Other examples:
De gouden ketting. (van goud)
De houten tafel. (van hout)
Het metalen bord. (van metaal)
Comments
Post a Comment