Eerst hield ik niet zo van Nederlands, maar nu vind ik het wel een leuke taal.
(At first I did not like Dutch, but now I think it´s a nice language.)
Ik hou(d) van Engels. Ik hield van Engels. Ik heb van Engels gehouden.
Jij houdt van Frans. Jij hield van Frans. Je hebt van Frans gehouden.
Hij/Zij houdt van Duits. Hij/Zij hield van Duits. Hij/Ze heeft van Duits gehouden.
Wij houden van Spaans. Wij hielden van Spaans. We hebben van Spaans gehouden.
Jullie houden van Arabisch. Jullie hielden van Arabisch. Jullie hebben van Arabisch gehouden.
Zij houden van Russisch. Zij hielden van Russisch. Ze hebben van Russisch gehouden.
(At first I did not like Dutch, but now I think it´s a nice language.)
Ik hou(d) van Engels. Ik hield van Engels. Ik heb van Engels gehouden.
Jij houdt van Frans. Jij hield van Frans. Je hebt van Frans gehouden.
Hij/Zij houdt van Duits. Hij/Zij hield van Duits. Hij/Ze heeft van Duits gehouden.
Wij houden van Spaans. Wij hielden van Spaans. We hebben van Spaans gehouden.
Jullie houden van Arabisch. Jullie hielden van Arabisch. Jullie hebben van Arabisch gehouden.
Zij houden van Russisch. Zij hielden van Russisch. Ze hebben van Russisch gehouden.
Comments
Post a Comment