Skip to main content

Posts

Showing posts from July, 2018

Niet hoeven

Moet je vandaag veel werken? Nee, ik hoef vandaag niet meer te werken. (Do you have to work a lot today? No, I do not have to work anymore today.) The verb "hoeven" is used as the negative form of  "moeten". Only negative use! Andere voorbeelden (other examples ): Moet dat? Nee, hoeft niet. (Is that necessary? No, not necessary.) Ik hoef niet te eten. Ja, dat moet je wel! (I do not have to eat. Yes, you have to!)

Om nog te, om te

Het is nu te laat om nog uit te gaan. Ik bel je nog om een nieuwe afspraak te maken. (It is too late to go out now. I'll call you to make a new appointment.) (In the first sentence, "nog" refers to "uitgaan". In the second sentence "nog" refers to "bellen")
Ik heb zelf een airco gemaakt. Het is een zelfgemaakte airco. (I made an air conditioning myself. It is a homemade air conditioning.)

De rode maan

We zaten te wachten op de rode maan die niet kwam (dat wil zeggen, we zagen hem niet.) (We were waiting for the red moon that did not come (that is, we did not see it))

Een barst

Overal zit een barst in. Dat is hoe het licht binnenkomt. (There is a crack in everything. That's how the light gets in.) (Leonard Cohen)
Waalseilandbrug (van Kromme Waal naar Binnenkant, Amsterdamse School) Nieuwe Amstelbrug (van Ceintuurbaan naar Weesperzijde, Berlage)  Over een brug kun je lopen of rijden naar de overkant van het water. (You can walk or drive across a bridge to the other side of the water.)

Mag ik er even langs?

Mag ik er even langs? (Can I pass?)

Rekening houden

Hou je rekening met sociale duurzaamheid? Ja, daar hou ik rekening mee . (Do you take social sustainability into account? Yes, I keep that in mind.)

Al lang of pas kort?

Woon je al lang in Nederland? Nee, ik woon er pas drie maanden. (Do you live in the Netherlands already for a long time? No, I live there for only three months.)

Een sjoelbak

Om met Kerstmis te kunnen sjoelen hebben de meeste Nederlandse gezinnen met kinderen een sjoelbak. (To be able to play the game "sjoelen" at Christmas, most of the Dutch families with children have a Dutch shuffleboard.)

De brug wordt natgespoten

Als het heel warm is worden de bruggen natgespoten. (When it is very hot, the bridges are sprayed.) Natspuiten De gemeente spuit de bruggen nat. (present) De gemeente spoot de bruggen nat. (preterite) De gemeente heeft de bruggen natgespoten. (present perfect)

Nederlanders lopen niet op klompen

Viktor & Rolf, klompen, 2007-08, collectie Centraal Museum Utrecht Klompen lopen helemaal niet lekker. Ze doen pijn aan je voeten en ze zijn denk ik ook niet goed voor je rug. Nederlanders dragen gelukkig geen klompen. (Clogs are not good at all for walking. They hurt your feet and I think they are not good for your back either. Fortunately, the Dutch do not wear clogs.)

De boterham met beleg

Wat wil je voor beleg op je boterham? Wil je pindakaas? Hagelslag? Jam? Of gewoon een plakje kaas? (What do you want on your sandwich? Do you want peanut butter? Chocolate sprinkles? Jam? Or just a slice of cheese?) (Sorry, I do not know a proper translation for "beleg". "Beleg" is the topping, the spread, on your "boterham". I hope it is clear.)

Er zijn / Er niet zijn

Er zijn veel toeristen in Amsterdam. De baas is er vandaag niet. Ze is ziek. Ze is nog nooit ziek geweest! (There are many tourists in Amsterdam.) (The boss is not there today. She is ill. She has never been ill!) Ik ben                   Ik was                  Ik ben geweest Je bent                  Je was                  Je bent geweest Hij/Ze is               Hij/Ze was           Hij/Ze is geweest We zijn                 We waren...

Stamppot

Veel Nederlanders schamen zich voor het "typisch Nederlandse" gerecht: stamppot. (Many Dutch people are ashamed of the "typically Dutch" dish: stew.) ik schaam me                       ik schaamde me                   ik heb me geschaamd je schaamt je                        je schaamde je                     je hebt je geschaamd hij/ze schaamt zich              hij/ze schaamde zich           hij/ze heeft zich geschaamd we schamen ons   ...

Het schijnt te regenen - Het blijkt te regenen

Het schijnt te regenen. Dus het is niet zeker of het regent! (It seems to rain. So it is not sure whether it rains!) Het blijkt te regenen. Ja, het regent! (It appears to rain. Yes it rains!) Het schijnt dat het regent   -> It is not sure whether it rains  or: It seems as if it is raining, but it is not. Het blijkt dat het regent -> We did not know that it is raining, but now we do.

De zomervakantie begint

De zomervakantie (voor de scholen) begint in de regio Noord op 22 juli. In de regio Midden is hij al op 8 juli begonnen. ( The summer holiday (for the schools) starts in the North region on 22 July. It has already started in the Middle region on 8 July.) ik begin                  ik begon                ik ben begonnen je begint                 je begon                je bent begonnen hij/ze begint           hij/ze begon          hij/ze is begonnen u begint                  u begon                 u bent beg...

Gered!

Gelukkig zijn het Thaise voetbalteam en hun coach gered. (Fortunately the Thai football team and their coach were saved.) redden De voetballers zijn gered. zich redden Ik heb geen hulp nodig. Ik red me wel alleen. Ik heb me altijd gered.

Eerst hield ik er niet zo van.

Eerst hield ik niet zo van Nederlands, maar nu vind ik het wel een leuke taal. (At first I did not like Dutch, but now I think it´s a nice language.) Ik hou(d) van Engels.  Ik hield van Engels.  Ik heb van Engels gehouden. Jij houdt van Frans. Jij hield van Frans. Je hebt van Frans gehouden. Hij/Zij houdt van Duits. Hij/Zij hield van Duits. Hij/Ze heeft van Duits gehouden. Wij houden van Spaans. Wij hielden van Spaans. We hebben van Spaans gehouden. Jullie houden van Arabisch. Jullie hielden van Arabisch. Jullie hebben van Arabisch gehouden. Zij houden van Russisch.  Zij hielden van Russisch. Ze hebben van Russisch gehouden.

Heb je dat gezien?

Heb je de documentaire over Baghwan gezien? Nee, nog niet, maar ik wil hem nog wel zien. (Did you see the documentary about Baghwan?  No, not yet, but I still want to see it.) ik zie           ik zag               ik heb gezien je ziet          je zag               je hebt gezien hij/ze ziet    hij/ze zag         hij/ze heeft gezien u ziet           u zag                u hebt/heeft gezien we zien        we zagen         we hebben gezien jullie zien     jullie zagen...

Dat zag ik wel zitten

Vanavond hadden we Spaanse les in het Vondelpark. Dat zagen we wel zitten. We hebben er de hele avond gezeten. (We had Spanish lesson in the Vondelpark this evening. We were looking forward to that. We sat there the whole evening) Zitten ik zit                    ik zat                 ik heb gezeten je zit                    je zat                  je hebt gezeten  hij/ze zit              hij/ze zat           hij/ze heeft gezeten we zitten             we...

Bijna vergeten

Ik was de Daily Dutch message bijna vergeten, maar gelukkig herinnerde ik het me nog voordat ik ging slapen. (I almost had forgotten the Daily Dutch message, but fortunately I remembered it before I went to sleep.)

Gewonnen!

BelgiĆ« heeft gewonnen! (Belgium won!) Ik win               Ik won              Ik heb gewonnen Je wint             Je won             Je hebt gewonnen Hij/Ze wint        Hij/Ze won       Hij/Ze heeft gewonnen We winnen       We wonnen     We hebben gewonnen Jullie winnen    Jullie wonnen  Jullie hebben gewonnen Ze winnen        Ze wonnen       Ze hebben gewonnen

Gezocht

     (Wanted: New colleagues, Parents wanted, Personnel Wanted) but: "zoeken" means: "to look for", or "search" Ik zoek                    Ik zocht                Ik heb gezocht Jij zoekt                  Je zocht                Je hebt gezocht Hij/Ze zoekt           Hij/Ze zocht         Hij/Ze heeft gezocht We zoeken              We zochten           We hebben gezocht Jullie zoeken    ...