Daily Dutch

Ik ben weer terug van vakantie. (I am back from holiday.)

Ik ben al begonnen mijn koffer in te pakken. (I already started packing my suitcase.)

We kwamen erg laat thuis gisteravond. / Gisteravond kwamen we erg laat thuis. (We arrived home very late last night.)

Aanstaande woensdag ga ik op vakantie. (I will go on holiday next Wednesday.)

De stranden in het Noorden van Nederland liggen bezaaid met schoenen, tv-schermen, gloeilampen, ingepakte meubels, speelgoed, kinderkleding, auto-onderdelen, stoeltjes en heel veel andere plastic materialen. (The beaches in the north of the Netherlands are littered with shoes, TV screens, light bulbs, packed furniture, toys, children's clothing, car parts, chairs and many other plastic materials.)

Nu heb ik eindelijk winterbanden onder de auto. Ik heb ze nooit gehad! (I now finally have winter tires under the car. I never had them!)

Je moet 42 kersenbonbons eten om net zoveel alcohol binnen te krijgen als wanneer je een halve liter bier drinkt . (You have to eat 42 cherry chocolates to get as much alcohol as when you drink half a liter of beer.)  (Note the  word order.)